Ga naar inhoud
  • Bijlage 3

  • Welke kansen en uitdagingen doen zich voor?

  • In de overgang naar volwassenheid zijn onze hersenen nog volop in ontwikkeling. De communicatie tussen verschillende hersengebieden is nog niet in balans. Geleid door emoties zijn adolescenten eerder geneigd om de grenzen op te zoeken. Dit heeft positieve kanten: het bevordert hun ontwikkeling tot een zelfstandig individu, ze leren eropuit te gaan en zich onafhankelijk op te stellen. Als dit leidt tot risicovol gedrag, kan dit natuurlijk ook nadelig uitpakken.

    De overgang naar volwassenheid wordt wel aangeduid als een periode waarin jongeren veel kansen tot zelfrealisatie hebben. Ze kunnen – ten minste deels - zelf bepalen wie ze willen zijn en wat ze willen bereiken in het leven. Die vrijheid tot het maken van eigen keuzes kan echter ook voor onzekerheid zorgen en daardoor een psychische belasting met zich meebrengen. Zijn jongeren van nu vatbaarder voor overbelasting? Welke rol spelen maatschappelijke ontwikkelingen? Wat als door verschillende culturele verwachtingen tussen ouders en jongeren frictie ontstaat over de toegestane bewegings- en onderhandelingsruimte?

  • Fysieke en sociale factoren
    Tijdens de adolescentie zijn de hersenen nog volop in ontwikkeling. De communicatie tussen verschillende hersengebieden is nog niet in balans. Gestuurd door emotie, zijn adolescenten sterk geneigd om op ontdekking te gaan en hun mogelijkheden en grenzen te verkennen. Dit heeft positieve consequenties: het bevordert hun ontwikkeling tot een zelfstandig individu, ze leren eropuit te gaan en zich onafhankelijk op te stellen (Crone & Sommer, 2017). Die ontdekkingstocht kan echter ook nadelig zijn als jongeren te risicovol gedrag vertonen. Het beloningscentrum in de hersenen is in de adolescentie (tot 25 jaar) gevoeliger dan dat van kinderen of volwassenen. Daardoor maken ze vaker impulsieve keuzes die voor hen op de korte termijn voordelig zijn. Ook speelt dit hersengebied een rol bij het inschatten van de gevolgen van gevaarlijk gedrag (Slot & Van Aken, 2013). Naast de hersenontwikkeling zijn sociale factoren belangrijk om risicogedrag onder adolescenten te kunnen voorspellen. Denk daarbij aan groepsdruk en het risicogedrag van vrienden en oudere broers of zussen. Wat betreft ouders geldt de kwaliteit van de relatie tussen moeder en adolescent als een belangrijke voorspeller van risicogedrag (Defoe, 2016). Ook het belang van betrokkenheid van de vader wordt steeds vaker erkend, bijvoorbeeld als model voor transacties buiten het gezin en het streven naar onafhankelijkheid (Distelbrink, Geense & Pels, 2005).

    Keuzestress en prestatiedruk
    De overgang naar volwassenheid wordt ook wel aangeduid als een periode waarin jongeren veel kansen tot zelfrealisatie hebben, zelf kunnen nadenken over wie ze willen zijn en wat ze willen worden. Echter, de vrijheid tot het maken van eigen keuzes kan ook voor onzekerheid zorgen en daarmee psychische belasting met zich meebrengen (Breedveld & Van den Broek, 2003, p 34). De keuzemogelijkheden lijken eindeloos (Breedveld & Van den Broek, p.33). Jongeren kunnen aanzienlijk last hebben van keuzestress, prestatiedruk en psychische klachten. Ze ervaren hoge verwachtingen van anderen en verwachten vaak ook veel van zichzelf. Sociale media lijken dit effect te versterken. Uit recent onderzoek van de Sociaal-Economische Raad (SER) blijkt dat 76 procent van alle jongeren in de leeftijd 18 tot en met 25 jaar hier last van heeft. De druk op het maken van goede keuzen is hoog. Jongeren ervaren het namelijk als hun eigen schuld wanneer ze falen in hun carrière (SER, 2019).

    Druk vanuit de samenleving
    Deze prestatiedruk is kenmerkend voor een samenleving waarin het denken in termen van eigen verantwoordelijkheid voor succes dominant is (Hermes, Naber & Dieleman, 2012). Ook de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de invoering van het sociale leenstelsel lijken een belangrijke rol te spelen bij de prestatiedruk die jongeren ervaren en hun - eventueel bijkomende - psychische klachten. Jongeren blijken hun wensen om te gaan samenwonen, te gaan trouwen of een gezin te starten af te laten hangen van de ervaren arbeidszekerheid. In afwachting van een vast inkomen stellen velen het kopen van hun eerste huis en het starten van een gezin uit. Stress ontstaat verder doordat jongeren vaak diverse taken combineren, zoals werk (soms in meerdere flexbanen), scholing en mantelzorg. Ook financiële zorgen, bijvoorbeeld door een studieschuld, en de moeite om een geschikte en betaalbare woning te vinden, kunnen voor psychische klachten zorgen.

    Jongeren hebben steeds vaker en langer een tijdelijk contract (SER, 2019). Laagopgeleide jongeren zijn extra kwetsbaar, omdat zij vaker dan gemiddeld flexibel werken. Dit geldt ook voor jongeren met een migratieachtergrond, zowel door het gemiddeld lage inkomen en opleidingsniveau in hun gezin als door uitsluitingsprocessen die hun opleidingskansen en kansen op de woning- en arbeidsmarkt verder verkleinen. Ze krijgen bijvoorbeeld te maken met een te laag schooladvies, politiediscriminatie, stagediscriminatie of discriminatie op de woningmarkt. Het bestaan van discriminatie op die vlakken is inmiddels ruimschoots aangetoond (Felten et al., nog te verschijnen).

    Psychische problemen
    Ook psychische en/of gedragsproblemen kunnen leiden tot een grotere kans om dak- en/of werkloos te worden en in meer of mindere mate afhankelijk te worden van publieke ondersteuning. Jongeren met dergelijke problemen hebben bovendien eerder fysieke en mentale gezondheidsklachten en vertonen eerder risicovol gedrag dat nadelig uitwerkt op de gezondheid. Ook komen ze eerder in aanraking met het strafrechtelijk system en hebben ze extra moeite om zelfstandig te worden, omdat ze moeilijker sociaal contact leggen of moeite hebben met financiën (Maunders, Liddell, Liddell & Green, 1999; Cook, 1994; Donkoh, Underhill & Montgomery, 2006). Binnen Europa zijn aanwijzingen dat minderheidsgroepen meer moeite ondervinden bij het verkrijgen van toegang tot passende hulp, dat zij hier over het algemeen minder gebruik van maken en dat zij de hulp eerder stopzetten (Europese commissie, 2004). Bovendien lopen deze groepen door confrontaties met vooroordelen en discriminatie meer risico op mentale en emotionele problemen, zoals een psychotische stoornis (Jongsma et al., 2020; Zane et al., 2004).

    Meer weten?

    Kijk de documentaire Stress to Impress over Prestatiedruk onder jongeren, te zien via deze link.
     

    Bronnen

    Felten, H., Andriessen, I., Does, S., Asante, A., Donker, R., Brock, A., De Winter-Koçak, S., & Noor,

    S. (te verschijnen). Institutioneel racisme in Nederland. Literatuuronderzoek naar de aanwijzingen voor institutioneel racisme op de domeinen arbeidsmarkt, woningmarkt, onderwijs en politie. Utrecht: KIS.

    Breedveld, K., & Van den Broek, A. (2003). De meerkeuzemaatschappij: Facetten van de temporele organisatie van verplichtingen en voorzieningen. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

    Cook, R. J. (1994). Are we helping foster care youth prepare for their future?. Children and Youth Services Review, 16(3-4), 213-229.

    Crone, E., & Sommer, I. (2017). Puberhersenen in ontwikkeling. Den Haag: Hersenstichting.

    Defoe, I. (2016). The Puzzle of Adolescent Risk Taking. An Experimental-Longitudinal Investigation of Individual, Social and Cultural Influences (dissertation). Universiteit Utrecht, Utrecht

    Distelbrink, M, Geense, P., & Pels, T. (2005). Diversiteit in vaderschap. Assen: Van Gorcum.

    Donkoh, C., Underhill, K., & Montgomery, P. (2006). Independent living programmes for improving outcomes for young people leaving the care system. Campbell Systematic Reviews, 2(1), 1- 34.

    European Commission (2004). The state of mental health in the European Union: European Communities: European Commission, Health & Consumer Protection. Online beschikbaar.

    Hermes, J., Naber, P., & Dieleman, A. (2012). Leefwerelden van jongeren: thuis, school, media en populaire cultuur. 2e, herz. dr. Bussum: Coutinho.

    Jongsma, H. E., Gayer-Anderson, C., Tarricone, I., & Velthorst, E. (2020) Social disadvantage, linguistic distance, ethnic minority status and first-episode psychosis: results from the EU-GEI case–control study. Psychological medicine, 1-13.

    Maunders, D., Liddell, M., Liddell, M., & Green, S. (1999). Young people leaving care and protection: A report to the National Youth Affairs Research Scheme. Children Australia, 24(2), 39-39.

    Slot, N. W., & van Aken, M. A. G. (2013). Psychologie van de adolescentie. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff bv.

    Sociaal-Economische Raad. (2019). Hoge verwachtingen. Kansen en belemmeringen voor jongeren in 2019. Online beschikbaar.

    Zane, N., Hall, G. N., Sue, S., Young, K., & Nunez, J. (2004). Research on psychotherapy with culturally diverse populations. In M. J. Lambert (Red.), Bergin and Garfield's Handbook of Psychotherapy and Behavior Change (pp. 767−804). (5th edition). New York, USA: Wiley& Sons.

     

    Download deze bijlage als PDF bestand:

    Bijlage 3.pdf

Gelieve uw voor- en achternaam gebruiken
Gelieve uw student/werk email gebruiken
×
×
  • Nieuwe aanmaken...