Ga naar inhoud
  • Bijlage 6

  • Hoe is de ondersteuning van jongeren georganiseerd?

  • In Nederland wordt de maatschappelijke ondersteuning van jongeren tussen 16 en 27 jaar door verschillende partijen gerealiseerd, vanuit meerdere wettelijke kaders en domeinen. De beleidsterreinen zorg & welzijn, onderwijs, werk & inkomen en veiligheid zijn samen verantwoordelijk voor de begeleiding van en het toezicht op jongeren tussen 16 en 27 jaar. Typerend aan jongeren in deze levensfase is dat ze zich over de grensvlakken van jeugd- en volwassenwetgeving heen ontwikkelen en ondersteuningsbehoeften hebben op verschillende leefgebieden tegelijkertijd.

    Sinds de decentralisaties in het sociaal domein zijn gemeenten verantwoordelijk voor de organisatie van de maatschappelijke ondersteuning van deze doelgroep. Het is voor gemeenten een uitdaging om passende ondersteuning te organiseren door de harde knip in wet- en regelgeving voor jeugd en volwassenen en de verkokering van wetten en systemen. Gemeenten proberen op verschillende manieren integrale en doorlopende ondersteuning te organiseren die aansluit bij de behoeften van jongeren. Dit doen ze onder andere door het inrichten van interdisciplinaire (wijk)teams dicht bij de leefwereld van jongeren en het inkopen van zorg over de wetgrenzen heen. Sluiten deze initiatieven ook aan bij wat jongeren in deze levensfase nodig hebben?

  • Jongeren in overgang naar volwassenheid vormen een bijzondere groep in de samenleving. Enerzijds is het een groep met veel potentieel, anderzijds zien we in deze levensfase een verhoogd risico op de ontwikkeling van problemen. Dit geldt in het bijzonder voor jongeren met een kwetsbaarheid voor de ontwikkeling van problematiek. Passende ondersteuning is nodig om te voorkomen dat deze groep in de problemen komt. In Nederland is geen apart wettelijk kader voor de begeleiding, toezicht en ondersteuning van jongeren tussen 16 en 27 jaar. De maatschappelijke ondersteuning van de doelgroep wordt gerealiseerd door verschillende betrokken partijen, vanuit meerdere wettelijke kaders en beleidsdomeinen.

    Op landelijk niveau zijn de beleidsdomeinen zorg & welzijn, onderwijs, werk & inkomen en veiligheid verantwoordelijk voor de begeleiding en ondersteuning van en toezicht houden op jongeren tussen 16 en 27 jaar. Sinds de decentralisaties in het sociaal domein zijn gemeenten verantwoordelijk voor de organisatie van de maatschappelijke ondersteuning van de doelgroep.

    Zorg en welzijn
    Aan jongeren onder 18 jaar wordt zorg en ondersteuning geboden vanuit de Jeugdwet. Jeugdhulp kan bestaan uit veel verschillende vormen van ondersteuning aan kinderen en jongeren en hun gezin. Bijvoorbeeld wanneer sprake is van psychische problematiek of stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen (VNG, 2016). Het uitgangspunt van de Jeugdwet is preventie en een focus op de eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden van jeugdigen, ouders en eventueel hun sociale netwerk. Ouders zijn in principe hoofdverantwoordelijk voor de zorg en het welzijn van hun kinderen en kunnen, indien noodzakelijk, een beroep doen op ondersteuning vanuit de Jeugdwet (MvT Jeugdwet, 2013).

    Onder beperkte voorwaarden zijn zorg en ondersteuning vanuit de Jeugdwet mogelijk voor jongeren tot 23 jaar, maar in principe geldt voor jongeren vanaf 18 jaar een ander wettelijk kader. Voor maatschappelijke hulp en ondersteuning moeten zij een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), de Participatiewet, de Zorgverzekeringswet (ZVW) en de Wet langdurige zorg (WLO). Vanuit de WMO hebben jongeren tot 18 jaar recht op ondersteuning in de vorm van hulpmiddelen, woningaanpassingen, een doventolk, maatschappelijke opvang of vrouwenopvang. Jongeren die 18 jaar of ouder zijn krijgen op grond van deze wet hulp in de vorm van individuele ondersteuning, begeleiding of dagbesteding (VNG, 2016). Net als in de Jeugdwet is het uitgangspunt van de WMO dat zelfredzaamheid en participatie in principe een verantwoordelijkheid is van het individu zelf (MvT WMO, 2015).

    Vanuit de ZVW is onder meer de zorg op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg (ggz), wijkverpleging en zorg voor zintuiglijk gehandicapten geregeld. Tot 18 jaar maken jongeren aanspraak op de Jeugdwet voor psychosociale hulpverlening en geestelijke gezondheidszorg (ggz-hulp). Jongeren van 18 jaar of ouder zijn voor de financiering van geestelijke gezondheidszorg aangewezen op de Zorgverzekeringswet. Ook jongeren die voor hun 18e verjaardag jeugd-ggz kregen vanuit de Jeugdwet en ook na hun 18e hulp nodig hebben, moeten een beroep doen op de ZVW. Gemeenten en verzekeraars zijn verplicht zorg te dragen voor deze aansluiting op grond van de Jeugdwet en de ZVW (VNG, 2016). Jongeren met een beperking die een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid, krijgen zorg vanuit de WLZ. De WLZ kent geen leeftijdsgrens, ook kinderen en jongeren met meervoudige beperkingen of een (zeer) ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking kunnen hierop aanspraak maken (VNG, 2016).

    Werk en inkomen
    De Participatiewet ondersteunt burgers bij het vinden van (aangepast) werk en het krijgen van een inkomen. Jongeren vanaf 18 jaar kunnen aanspraak maken op ondersteuning en een eventuele bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet. De Participatiewet schrijft ook voor dat jongeren ondersteuning moeten krijgen bij het vinden van werk; deze taak is belegd bij de gemeenten. Jongeren van 21 jaar en ouder die niet werken of studeren hebben recht op bijstand (VNG, 2016). Echter, specifiek voor jongeren tot 27 jaar geldt dat de Participatiewet uitgaat van het principe werken of leren of een combinatie van beide. Dit betekent concreet dat er een termijn van vier weken geldt, waarin jongeren op zoek moeten naar betaald werk, voordat ze aanspraak kunnen maken op een bijstandsuitkering. Daarnaast geldt een scholingsplicht, waarbij de gemeente beoordeelt of het volgen van onderwijs voor de jongere een reële optie is. Als dit het geval is, vervalt het recht op bijstand en ondersteuning bij het zoeken naar arbeid (VNG, 2016).

    Onderwijs
    In het onderwijsdomein bepaalt de Leerplichtwet 1969 dat jongeren tussen 5 en 16 jaar leerplichtig zijn. Jongeren tussen 16 en 18 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald, zijn volgens deze wet ‘kwalificatieplichtig’. Een startkwalificatie houdt in: minimaal een mbo- (niveau 2 of hoger), havo- of vwo-diploma. Een uitzondering op deze regel geldt voor jongeren die op het voortgezet speciaal onderwijs de uitstroomprofielen arbeidsmarktgericht of dagbesteding hebben volbracht.

    Gemeenten zijn wettelijk verplicht om jongeren vanaf 18 jaar zonder startkwalificatie te volgen tot ze 23 jaar zijn. Het besluit Regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten heeft als doelstelling om jongeren naar de hoogst haalbare en meest passende onderwijs- en/of arbeidsmarktpositie te helpen. Tevens zijn gemeenten sinds augustus 2014 verantwoordelijk voor het bieden van passend onderwijs aan alle jeugd als gevolg van de invoering van de Wet passend onderwijs.

    Wonen
    De Jeugdwet bepaalt dat de gemeente waar een minderjarige jongere woont verantwoordelijk is voor de financiering van alle jeugdhulp. Vanaf 18 jaar geldt de gemeente waar een jongere is ingeschreven als de woonplaats. Is de jongere nergens ingeschreven, dan geldt de gemeente waar hij of zij feitelijk woont als woonplaats (VNG, 2016). Jongeren tot 18 jaar die niet bij hun ouders of in een pleeggezin of gezinshuis wonen, komen in aanmerking voor een vorm van begeleid wonen. Jongeren van 18 jaar of ouder die vanwege psychische of psychosociale problemen niet zelfstandig kunnen wonen, kunnen een beroep doen op de WMO voor beschermd en/of begeleid wonen (VNG, 2016).

    Veiligheid
    Binnen het domein veiligheid kunnen jongeren tot 18 jaar een beroep doen op jeugdbeschermingsmaatregelen vanuit de Jeugdwet. Deze maatregelen kunnen onder voorwaarden worden verlengd tot de jongere 23 jaar is. Jongeren van 12 tot 18 jaar die een strafbaar feit plegen, vallen onder het jeugdstrafrecht. Het (her)opvoeden van de jongere is een expliciete doelstelling van het jeugdstrafrecht. Het adolescentenstrafrecht is van toepassing op jongeren van 16 tot 23 jaar. De rechter mag bij jongeren van 16 tot 23 jaar op basis van hun ontwikkelingsfase beslissen of het jeugdstrafrecht of het strafrecht voor volwassenen op hen moet worden toegepast. Hetzelfde geldt voor jeugd- versus volwassenenreclassering (VNG, 2016). De jeugdreclassering en de jeugdhulp die uit een strafrechtelijke beslissing voortvloeien kunnen tot na 23 jaar doorlopen, indien is voldaan aan een aantal voorwaarden.

    Een uitdaging voor gemeenten
    Sinds de decentralisatie in het sociaal domein zijn gemeenten verantwoordelijk voor het organiseren van de begeleiding, het toezicht en de ondersteuning van jongeren tussen 16 en 27 jaar. Het is voor gemeenten een uitdaging om passende ondersteuning te realiseren door de harde knip tussen wet- en regelgeving voor jeugd en volwassenen en de verkokering van wetten en systemen. Omdat de doelgroep zich ontwikkelt over de grensvlakken van de specifieke wetten heen, is integratie en afstemming nodig van voorzieningen die onder verschillende wettelijke kaders vallen. Gemeenten proberen dit onder andere te realiseren door integrale inkoop van WMO-ondersteuning en jeugdhulp om op die manier doorlopende ondersteuning te kunnen bieden.

    Daarnaast wordt in veel gemeenten geprobeerd om (preventieve) zorg en ondersteuning te organiseren op plekken waar jongeren zich begeven. Onder andere door het inrichten van interdisciplinaire teams met professionals die zich bevinden in de wijk, zoals wijkteams, sociale teams, buurtteams of gebiedsteams. Omdat de leefwereld van jongeren vanaf de middelbare schoolleeftijd zich niet meer tot één wijk beperkt, wordt ondersteuning bovendien georganiseerd via het jongeren- en straathoekwerk, op scholen voor voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs, of laagdrempelige wijkgebonden jongerenpunten of -loketten.

    Meer weten?

    Voor meer informatie over de samenwerking tussen mbo-scholen en hulpverlening, lees deze handreiking.


    Bronnen

    Memorie van toelichting (MvT) bij Jeugdwet, 1 juli 2013. Online beschikbaar.

    Memorie van toelichting (MvT) bij Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) 2015. Online beschikbaar.

    Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) (2016). Van 18-min naar 18-plus. Handreiking voor gemeenten bij de overgang van jeugd naar volwassenheid. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.


    Download deze bijlage als PDF bestand:

    Bijlage 6.pdf
    > Bekijk het thema: Jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking

     

Gelieve uw voor- en achternaam gebruiken
Gelieve uw student/werk email gebruiken
×
×
  • Nieuwe aanmaken...