Ga naar inhoud
  • Thema
  • Relevantie levensfase 16-27

  • Op deze pagina lees je meer over de relevantie van de levensfase 16-27 jaar. De bijbehorende opdracht vind je hier. Die opdracht kan worden ingezet in het kader van de studies Pedagogiek en Social Work. Alle andere beschikbare opdrachten vind je hier.

  • Theoretische kennis

  • In de levensfase 16 tot 27 jaar doorlopen we een transitie van jongere naar volwassene. Die fase brengt uitdagingen en moeilijkheden, maar ook kansen met zich mee. Het denken over, onderzoek naar en beleid voor deze groep heeft zich in de afgelopen jaren sterk ontwikkeld. Er is meer aandacht voor de ondersteuning van met name jongeren in een kwetsbare positie en jongvolwassenen in beleid. Daarnaast doen wetenschappers vaker onderzoek naar deze bijzondere levensfase.

    Er zijn twee belangrijke redenen voor de recente belangstelling voor het vraagstuk 16-27:
    1.     Er is bij beleidsmakers meer aandacht voor het thema, met name voor de ondersteuning van jongvolwassenen in een kwetsbare positie;
    2.     Ook wetenschappers doen meer onderzoek naar deze bijzondere groep.

    Aandacht voor 16-27 in beleid

    Het is de taak van de overheid om erop toe te zien dat jongeren in Nederland zich op een goede manier vormen tot gelukkige, gezonde en zelfstandige deelnemers aan de samenleving. Bij sommige jongeren verloopt de ontwikkeling naar zelfstandigheid niet zo vlekkeloos als bij anderen. Jongeren kunnen op allerlei gebieden moeilijkheden ervaren waarbij ze extra hulp of ondersteuning nodig hebben. Denk aan opleiding, sociale contacten, geld, huisvesting, werk, gezondheid en omgaan met alcohol of drugs. Vooral jongeren in een kwetsbare positie hebben vaak behoefte aan adequate ondersteuning.

    Nu blijkt het juist in de fase van de overgang naar volwassenheid een uitdaging om hulp en ondersteuning zó in te richten dat deze aansluit bij en werkt voor jongeren. In het verleden werd vooral gefocust op de overgang naar de wettelijke volwassenheid: als jongeren 18 jaar werden, liep de jeugdhulp af en zou hulpverlening voor volwassenen het moeten overnemen. Destijds werd gesproken over het vraagstuk ’18-/18+’. Tegenwoordig zien we dat overgangsproblemen zich over een langere periode voordoen en ook meer omvatten dan de transitie van de ene naar de andere vorm van hulpverlening. Daarom hebben we het liever over ’16-27’ of de ‘overgang naar volwassenheid’.

    In 2015 zijn de verantwoordelijkheden rondom arbeidsparticipatie, jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning overgeheveld van de landelijke en provinciale overheid naar gemeenten. De hoop bestond dat deze decentralisatie zou bijdragen aan een betere ondersteuning voor jongeren in deze levensfase. Omdat er allerlei moeilijkheden bleven, is de problematiek door landelijke en lokale overheden sinds 2015 hoog op de politieke en beleidsagenda gezet. Dit resulteerde onder meer in de landelijke aanpak 16-27 (zie de website van het Nederlands Jeugdinstituut), een samenwerkingsverband tussen gemeenten, het Rijk, het Nederlands Jeugdinstituut, Jeugdzorg Nederland, de MBO Raad en andere partijen.

    Aandacht voor 16-27 in de wetenschap

    De wetenschappelijke literatuur geeft verschillende verklaringen voor de verruiming van de overgangsperiode van jongere naar volwassene. Deze verschuiving gaat overigens niet op voor alle groepen in de samenleving, of in elk geval niet op dezelfde manier. Daarnaast is er wetenschappelijke discussie over hoe we de fase van de overgang naar volwassenheid nu moeten begrijpen: is het een verlenging van de adolescentie, of kunnen we spreken van een nieuwe, op zichzelf staande ontwikkelingsfase?

    > Wil je meer weten over dit thema? Lees dan uit het hoofddocument

  • Opdrachten bij dit thema

  • Bij dit thema hoort deze opdracht. De opdracht kan worden ingezet in het kader van de studies Pedagogiek en Social Work.

    De relevantie van het vraagstuk 16-27.pdf

  • Praat mee over dit onderwerp

Gelieve uw voor- en achternaam gebruiken
Gelieve uw student/werk email gebruiken
×
×
  • Nieuwe aanmaken...